Niet eten en drinken, maar verbinding is onze eerste levensbehoefte. Als baby is dit door middel van aanraken en als we ouder worden veranderd dit in erkenning, gezien worden en vormgeving in je leven.
In verbinding
Misschien ben je al bekend met het woord hechting? De grondlegger van de hechtingstheorie is John Bowlby (1907). Hij beschrijft hechting als: “De drang of de relatie die wordt gekenmerkt door het nastreven of behouden van nabijheid.” Ons instinct vertelt ons vanaf baby zijnde dat wij anderen nodig hebben om in leven te blijven, we zijn onderdeel van een groep en doen er dan ook alles aan om die relatie in stand te houden. Verbinding en aanraking is wat wij nodig hebben om gezond te zijn en te kunnen groeien en ontwikkelen.
Tijdens de oertijd was het letterlijk een kwestie van overleven om bij een groep te horen, mensen buiten de stam hadden namelijk bijna tot geen overlevingskansen. Wij hebben dit instinct nog steeds, wij doen er alles aan om erbij te horen.
Voelt de hechting en de omgeving veilig, dan voelen wij ons ook veilig. We voelen dat we gezien en begrepen worden en dat we in verbinding zijn. We zijn dan in staat om ons aan te passen aan de groep en tegelijkertijd bij onszelf (authentiek) te blijven. We kunnen dit dan afwisselen en meegaan met wat de situatie van ons vraagt, dit wordt ook wel ‘veerkrachtig zijn’ genoemd. Dit geeft ons ruimte voor proberen, experimenteren, groeien, jezelf zijn en terugvallen op de omgeving als dit nodig is. Er wordt begrepen, gezien en gegeven wat nodig jij nodig hebt. Er is ruimte voor identiteitsontwikkeling. En aan de andere kant voldoen we aan de groepsnormen en zorgen we ervoor dat de dynamiek in een gezonde beweging blijft. Er is dus sprake van een samenwerking, vaak onbewust.
Helaas voelt het niet altijd veilig en moeten we hard werken voor een gevoel van verbondenheid; we worden niet (altijd) begrepen en gezien door onze omgeving. Het lukt onze omgeving niet om in onze (emotionele)behoeften te voorzien. Er is geen verbinding op dieper niveau, geen erkenning voor wie jij bent. Naast dat dit heel onveilig voelt, doet dit ook veel pijn: het veroorzaakt een gevoel van eenzaamheid, van er niet bij horen, niet goed genoeg zijn. Je voelt je afgewezen. Deze pijn staat gelijk aan lichamelijke pijn. Deze pijn kan ondraaglijk zijn, vooral voor een hooggevoelig kind en hoe gevoeliger een kind is, hoe heftiger de pijn en gevoel van afwijzing van binnen is. Dit zorgt voor een razendsnelle afsluiting voor een gevoel van kwetsbaarheid.
Als je hoogbegaafd bent
Als je hoogbegaafd bent, ben je vaak ook heel hooggevoelig; je hoort en voelt onuitgesproken meningen, visies, sfeer, intenties en je voelt haarfijn aan of je begrepen wordt. Daarnaast heb je als hoogbegaafd persoon ook enorme capaciteiten, dus je observeert, analyseert en concludeert dat de omgeving anders is dan jij, dat er op anderen anders gereageerd wordt dan op jou. Je voelt je een Alien in de groep. De juf of meester begrijpt je niet, de kinderen begrijpen jou niet. Er wordt niet gezien dat je perfectionistisch bent, alleen dat je je werk niet afmaakt. Er wordt niet gezien dat je in de war bent, omdat je veel te veel nadenkt. Er wordt alleen gezien dat je niet snel genoeg antwoord geeft op een vraag. Er wordt niet gezien dat je boos bent op de andere kinderen, omdat je al 10 keer hebt aangegeven dat je iets niet wilt, er wordt alleen gezien dat je iemand slaat, omdat dat schijnbaar de enige manier van communiceren is in de klas. Dit betekent elke keer weer een teleurstelling, niet gezien worden, het gevoel hebben dat je er alleen voor staat en dat helemaal niemand jou begrijpt.
Als we onszelf tegen kwetsbaarheid gaan beschermen
Er zijn twee soorten reacties als je jezelf tegen het gevoel van kwetsbaarheid wilt beschermen, namelijk: een aangepast kind of een rebels kind worden. En tussen deze twee zitten veel overeenkomsten: het kind raakt zichzelf kwijt, voelt zich eenzaam en onbegrepen, kan niet voldoende ontwikkelen en leert dat het niet mag voelen, denken, doen en zijn wie het is. Het mist de verbinding die nodig is om zich veilig te voelen.
Er zijn echter ook grote verschillen tussen het aangepaste kind en het rebelse kind. Het aangepaste kind observeert hoe het zich moet gedragen en doet dit na, het krijgt faalangst, probeert vooral niet op te vallen, bevriest als het moeilijk wordt, kan niet aan nieuwe werkjes beginnen, leert zichzelf weg te cijferen en emoties weg te duwen. Het kind gaat pleasen, hiervan kan je er 30 van in je klas hebben.
Het rebelse kind is iets zichtbaarder, het verstoort namelijk de groep. Het komt in opstand tegen de juf of meester en alle regels die gelden, vertoont clownesk gedrag, draagt een masker van onverschilligheid, beschermt zichzelf tegen afwijzing door te zorgen dat iemand haar sowieso afwijst, wordt boos of agressief als ze uitgedaagd wordt om nieuwe dingen te leren, neemt geen initiatief, loopt weg als het moeilijk wordt, emoties worden overheerst door een gevoel van boosheid en je kan haar niet bereiken, hoe graag je ook zou willen. Simpelweg, omdat er teveel wantrouwen en angst voor pijn is.
Het vormt ons zelfbeeld
Hoe op ons gereageerd wordt vormt ons zelfbeeld. En dit zelfbeeld nemen wij de rest van ons leven mee. Wat in onze kinderjaren gebeurt, verdwijnt niet. Het is onderdeel van wie wij zijn.
Het kan dus gebeuren dat de patronen, rollen of overtuigingen die jij als kind hebt aangenomen, dat jij die nog steeds in je dagelijkse leven hebt en meedraagt. Het kan zijn dat je het belangrijk vindt dat iedereen jou aardig vindt, het kan zijn dat je het nog steeds heel erg moeilijk vindt om fouten te maken, het kan zijn dat je nog steeds heel eenzaam bent, dat je een masker van onverschilligheid draagt of dat je niet ‘objectief’ kan bekijken naar wie jij écht bent. Het kan zijn dat er niks uit je handen komt, dat je jezelf hierdoor lui en ongemotiveerd voelt. Jij ziet jezelf nog steeds door de ogen van het meisje dat je ooit was, met de kritische stem van jouw ouders, juf, meester of klasgenootjes van toen.
Het kan ook zijn dat je juist altijd heel hard aan het werkt bent, dat je ‘7000 ballen’ in de lucht houdt en het voor iedereen zo goed mogelijk probeert te doen. Het kan zijn dat je áltijd maar aan het presteren bent in de hoop dat iemand jou ziet en opmerkt. In de hoop dat iemand ziet hoe geweldig goed jij bent, jouw ware ik ziet. En ondertussen heb je het gevoel dat je er alleen voor staat, dat er helemaal niemand voor jou zorgt en vraag je jezelf af waarom je het allemaal nog doet. En vertel je jezelf vervolgens dat je waardering niet nodig hebt, dat je het prima alleen kunt.
Het kan zijn dat je letterlijk ziek bent door alle onderdrukte emoties en behoeften. Het kan zijn dat je depressief bent, omdat jouw ontwikkeling niet gelopen is, zoals deze hoort te gaan... Het kan zijn dat je een burn-out hebt, omdat je lichaam én hoofd letterlijk opgebrand zijn...
Jezelf tegen een gevoel van kwetsbaarheid beschermen lijkt zo’n goed idee, maar het maakt het uiteindelijk alleen maar moeilijker voor ons.. Want alleen als wij vanuit kwetsbaarheid leven kunnen wij zijn wie we zijn. Alleen door ons kwetsbaar op te stellen kunnen wij in verbinding komen met de ander.
We hebben als hoogbegaafde vrouw al ons hele leven een hoog verantwoordelijkheidsgevoel, we observeren en analyseren als de beste; we zijn de hele dag aan het toetsen wat er daadwerkelijk gebeurd. Gebeurt er iets dat niet helemaal eerlijk verloopt, dan zorgt ons gevoel van rechtvaardigheid ervoor dat we ons probleemoplossend vermogen inzetten om het weer recht te trekken. Ons empathisch vermogen en loyaliteit zorgen ervoor dat we door het vuur gaan.
We zien, doorzien en voelen enorm goed aan wat de daadwerkelijke situatie is. Ons logisch denken ziet als iets gedoemd is te mislukken of totaal zinloos is. We stellen prioriteiten en beslissen razendsnel of iets onze tijd waard is.
We zijn als kind zijnde al enorm volwassen te noemen. En omdat wij als kind emotioneel veel volwassener waren dan de rest van onze groep/omgeving werden onze zorgen, kritische noten en probleemoplossend vermogen niet begrepen; de omgeving zag en begreep niet wat wij zagen. We werden vooral bestempeld als bemoeial, moeilijk of als een lastig kind.
Verbinding
Zoals ik in mijn vorige blog heb geschreven, zijn wij altijd op zoek naar verbinding. Omdat wij hooggevoelig zijn is verbinding en gevoel van veiligheid heel belangrijk en werken wij hard om deze te behouden. Bovengenoemde capaciteiten zetten we ook hiervoor in. We gebruiken onze sterke vaardigheden om als een vlieg op de muur onze omgeving te toetsen. We trekken ons daarbij en daardoor veel van anderen aan, gaan doen wat van ons verwacht wordt, we willen het goed doen.. Ons perfectionisme eist van ons dat dit foutloos gaat, zodat anderen geen kritiek hebben. Ons doel is dat anderen ons accepteren.
We gaan ons vreselijk aanpassen, we gaan meebewegen, worden volgzaam, onderdanig en raken te aangepast. We raken de verbinding met ons ware ik en de omgeving kwijt, we belanden van binnen in een geïsoleerd, vreselijk afgekaderde omgeving. Totdat we ook met onszelf de verbinding kwijtraken. We weten dan niet meer wie wij van binnen zijn.
Ons eigen verlangen
Het is voor ons heel belangrijk om weer meer naar ons verlangen te luisteren, meer te luisteren naar onze behoeften. Naar wat wij zelf willen…We hoeven onze goede capaciteiten niet uit te zetten, we hoeven niet weg te stoppen wat voor ons heel natuurlijk is. We mogen alleen wat meer luisteren naar onze eigen behoeften. We mogen nee zeggen als we merken dat we moe zijn en rust nodig hebben.
We mogen nee zeggen als we merken dat iets vooral doen voor de ander in plaats van voor onszelf. We mogen onszelf een keer verwennen met een massage. We hoeven ons niet schuldig te voelen als we een ochtend op de bank tv liggen te kijken of even niet bezig zijn met het to-do lijstje.
We hebben het recht om toe te geven aan onze eigen verlangens, zonder ons schuldig te voelen. We doen onze omgeving er geen kwaad mee als we even een keer niet aangepast zijn. We doen er niemand kwaad mee als we even niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van de ander.
We doen er geen kwaad mee, maar het kan wel schuren. Mensen in jouw omgeving zijn het namelijk gewend dat je doet waar zij behoefte aan hebben. En het mag schuren, want als mensen in jouw omgeving doorhebben dat je niet mee gaat in wat zij willen, dan weet je dat je voor jezelf kiest… De eerste paar keer is dit spannend, maar je gaat merken dat kiezen voor jezelf uiteindelijk veel meer waard is dan meegaan met de behoeften van anderen…
We hebben zelf in de hand of we gaan leren luisteren naar onze grenzen of dat we ons laten leiden door angst voor afwijzing van onze omgeving. We kunnen ervoor kiezen om verantwoordelijkheid te pakken en risico te nemen.
Als iets niet-weten wordt gezien als falen, gaan we nieuwe perspectieven al snel zien als domheid.
Ik zie weleens verbanden die anderen niet zien en ik vraag daar dan meer informatie over. Wat best lastig is, is dat die ander dan niet ziet of begrijpt waar ik het over heb.
En ik merk dan vaak dat iemand mij dan dingen gaat uitleggen op een manier alsof ik een kleuter ben. Alsof ik er niks van begrijp, alsof ik een versimpeling van de weergave nodig heb.
Zonde hè, want in plaats van dat iemand dan vraagt wat ik bedoel, gaan zij uitleggen wat zij ervan weten. Hiermee geeft die ander aan dat ik alleen iets kan zien zoals deze persoon het ziet. Ik kreeg hier vroeger het gevoel van dat ik ‘dom’ en ‘minderwaardig’ ben. Ook ontneemt deze persoon zichzelf de ruimte om iets te leren.
Schijnbaar kunnen wij als mensen niet zo goed begrijpen dat er dingen zijn die we niet zien of begrijpen. Hebben wij de overtuiging dat wij in staat zijn om het totaal te zien, geheel & zonder blinde vlekken. Alsof we in staat zijn om alwetend te zijn.
Dit zou ook verklaren waarom mensen, roepen, schreeuwen en hun gelijk eisen zonder het gesprek aan te gaan. Het zou ook verklaren waarom we bang zijn om fouten te maken, want als je fouten maakt betekent dit dat je iets over het hoofd hebt gezien..
Dit laatste is ook niet zo vreemd, want vanaf de kleuterklas is foutloos presteren de norm. Met de docent in discussie gaan om van elkaar te leren zou respectloos zijn. Het niet eens zijn met een bestaand systeem wordt gezien als recalcitrant. Toegeven dat je iets niet weet wordt gezien als falen. Kwetsbaarheid wordt gezien als zwak.
Wij (hoogbegaafden) zijn ook niet alwetend, gelukkig niet, want dan zouden we knettergek worden. Maar wat wij wel van nature hebben is nieuwsgierigheid, een drang en interesse om te begrijpen wat er gebeurt en wat de mogelijkheden buiten ons besef zijn. We willen weten ‘waarom’ iets is. We willen weten waardoor dingen lopen, zoals ze lopen.
Dit is een capaciteit die zeldzaam is, wat er nu in de wereld gebeurt is daar het levende bewijs van. Het is een zooitje met mensen die denken dat ze het allemaal weten.. Met mensen die bang zijn dat kwetsbaarheid een zwakte is en luisteren falen.
Al vanaf de kleuterklas wordt onze nieuwsgierigheid en brede blik verkeerd begrepen, simpelweg omdat de ander niet denkt zoals wij.
Er zijn maar weinig mensen die kunnen begrijpen en beseffen dat je niet alles begrijpt en weet.
Wat als niet-weten geen zwakte is, maar de start van écht begrijpen?
Hoe geloof je dat je overstijgt, als je je altijd hebt aangepast?
Realiseer je maar eens dat je als hoogbegaafd persoon tot de top 2% behoort. En dat dus 98% van de mensen onder dat niveau functioneert. Dat is geen waardeoordeel, maar het zegt wél iets over jouw perspectief, tempo en intensiteit.
Als kind zie je de wereld door jouw eigen ogen. Je denkt dat iedereen zo denkt, voelt en leert als jij. Want dat ís jouw werkelijkheid. Pas als je ouder wordt dringt het besef door: ieder mens ervaart de wereld anders, vanuit een eigen referentiekader. Als je hoogbegaafd bent, merk je dat jouw ‘anders zijn’ vaak niet wordt herkend en vooral: zelden écht begrepen.
Je ontwikkelt je zelfbeeld op basis van hoe die 98% jou ziet, beoordeelt en corrigeert. Je meet jezelf af aan een wereld waarin jij altijd nét een andere toon, intensiteit of behoefte hebt. Welk beeld je dan van jezelf krijgt? Dat jij degene bent die niet klopt.
Want hoe goed je ook je best doet, die diepe verbinding waar je naar verlangt, lijkt maar niet te ontstaan. Je denken is te snel, je vragen te groot, je waarheid te scherp. Je voelt je anders. En dat anders-zijn, dat ga je verbergen.
Je bouwt muren. Je leert jezelf beschermen tegen een gevoel van kwetsbaarheid. Je wilt niet meer opvallen. Je past je aan, leert camoufleren, doet jezelf kleiner voor dan je bent. Tot je jezelf compleet kwijtraakt en gaat geloven dat jij het probleem bent. Dat jij het niet begrijpt. Dat jij niet genoeg bent.
Maar stel nou… dat jij juist overstijgt?
Dat je niet te veel bent, maar precies genoeg?
Dat jouw intensiteit, jouw tempo en jouw vragen niet verkeerd zijn, maar zeldzaam?
En stel nou… dat dát jouw kracht is?
©Auteursrecht. Alle rechten voorbehouden.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.